Vrijdag 06 augustus kwam de NOS onder de kop ‘Duizenden gekort op bijstand, niet altijd terecht’1 met een artikel over de stand van zaken in 2019 over de kortingen van mensen op hun uitkeringen. Vele mensen in de bijstand zijn de afgelopen jaren door de gemeente Rotterdam gekort op hun uitkering.
In 2019 raakte de helft van de gekorte bijstandsgerechtigden in Rotterdam zijn of haar bijstand gedeeltelijk kwijt. Dat kwam doordat ze niet verschenen op afspraken met de gemeente. Een andere veel voorkomende aanleiding voor een sanctie was dat mensen niet meewerkten aan een plan van aanpak. De gemeente Rotterdam stelt in haar reactie dat in 2020 er veel minder maatregelen zijn genomen maar dat dit voornamelijk komt doordat er geen gesprekken hebben plaatsgevonden vanwege de coronamaatregelen.
50PLUS Rotterdam vindt het schrijnend om te lezen dat de bureaucratie, dat dergelijke kafkaiaanse praktijken in Rotterdam de overhand hebben gekregen en dat daardoor vele bijstandsgerechtigden door toedoen van de werkwijze van de gemeente Rotterdam nog verder in de schulden zijn terechtgekomen. En dat in een crisisperiode vanwege de coronaepidemie het leven voor veel mensen die niet veel geld hebben al vee zwaarder is geworden.
50PLUS Rotterdam vindt het schaamtevol en onbegrijpelijk waar in Rotterdam een op de vier kinderen in langdurige armoede opgroeit, waar de voedselbanken geen uitzondering meer zijn maar onderdeel van het overheidsbeleid zijn geworden, waar dakloosheid hand over hand toeneemt en waar een enorm tekort is aan goedkope sociale woningbouw, waar steeds meer inwoners in een schrijnende en langdurige schuldenproblematiek terechtkomen, de gemeente Rotterdam de stad is die de meeste maatregelen neemt om mensen in de bijstand te korten.
Het blijkt dat Rotterdam het minst terughoudend is met het opleggen van maatregelen en te boek staat als de gemeente die het minst coulante omgaat met de Participatiewet.
Lees verder
De Participatiewet bestaat sinds 2015. De wet heeft tot doel om zo veel mogelijk mensen
(ook degenen met weinig arbeidsvermogen) aan het werk te helpen. Daarnaast is het doel van de wet om de afhankelijkheid van uitkeringen zo klein mogelijk te maken. Hierbij ligt de nadruk op het activeren van mensen. Dat betekent dat er vooral wordt gekeken naar wat iemand wel kan en niet op wat iemand niet goed doet. De uitvoering van de Participatiewet ligt in handen van gemeenten. Zij hebben de taak om mensen ondersteuning te bieden. Lukt het niet om mensen aan de slag te helpen, dan komen deze mensen in aanmerking voor een bijstandsuitkering.
Eind 2019 is door het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) een rapport ‘eindevaluatie van de participatiewet’2 uitgebracht. Deze eindevaluatie constateert dat de klassieke bijstandsgerechtigden3 nauwelijks verbetering hebben ondervonden van de invoering Participatiewet. Het SCP constateert ook in haar evaluatie dat deze doelgroepen zich niet laten sturen op geld. Het handhaven van de verplichtingen die tegenover het uitkeringsrecht staan zoals het zoeken en aanvaarden van werk, de taaleis en de tegenprestatie die zouden moeten leiden tot een betere naleving omdat daarmee de kans dat mensen uitstromen naar werk zouden verhogen blijkt volgens de evaluatie helemaal niet te lukken. Uit onderzoek onder gemeenten komt niet naar voren dat het opleggen van verplichtingen en sancties activerend werkt in de zin van meer uitstroom uit een bijstandsuitkering.
En het doel van de Participatiewet om de verschillen in handhaving (de duur en de hoogte van een maatregel, de korting op de uitkering) tussen gemeenten te verkleinen is, gezien het hier aangehaalde artikel van de NOS1 ook schromelijk mislukt. Rotterdam legde verreweg de meeste maatregelen op: zo’n 2400 tegenover in Amsterdam zo’n 900. Bovendien bleek een deel van de strafmaatregelen onterecht. Vele bezwaren van mensen van wie de uitkering is gekort, zijn in 2019 gegrond verklaard. En dan hebben volgens de deskundigen en hulpverleners vele mensen die op hun uitkering werd gekort niet eens bezwaar gemaakt omdat ze niet weten hoe dat moet.
50PLUS Rotterdam heeft naar aanleiding van het artikel van de NOS1 en de evaluatie van het SCP2 de volgende vragen aan het college