Column: Regio laat zich niet foppen door wankele bouwcijfers

14 oktober 2022

Wethouders van de regiogemeenten zijn dezer dagen aan het onderhandelen over wie wat voor woningen gaat bouwen tot 2030. Op tafel ligt een belangrijk stuk. Dat is de – voluit – Rotterdamse bijdrage regionale woningmarktafspraken 2020-2030. Eigenlijk is het een bod. Daarin staat hoeveel woningen sinds 2020 zijn opgeleverd in Rotterdam en hoeveel woningen er tot 2030 nog bij zullen komen in de Maasstad.

De alom bekende methodiek van haar voorganger Bas Kurvers om ondeugdelijke cijfers te hanteren blijkt de in juni aangetreden wethouder Chantal Zeegers zich in rap tempo eigen te hebben gemaakt. Haar bod geeft dan ook een veel te rooskleurig beeld van de productie van sociale woningen in Rotterdam. In 2020 en 2021 zouden er 2220 van die woningen in de meest betaalbare categorie (huur onder de 763 euro) zijn gebouwd.

Dat klopt niet. Honderden studio’s van de Lee Towers waren al opgeleverd in 2019. Dus die moet je van die 2220 aftrekken.

Behalve de Lee Towers telt Zeegers de Startmotor en Our Domain ook nog steeds mee in de productie sociale huurwoningen. Het betreft hier – zelfs door de minister officieel erkende – nep-sociale huur.

Geachte regiowethouders, u zou er eens over moeten doorvragen aan de onderhandelingstafel. Wordt u straks onverhoopt (?) gedwongen meer sociale woningen te bouwen om te komen tot een ‘evenwichtige spreiding in de regio’?  Dan laat u gewoon een Startmotor in uw dorp bouwen om van het gezeur af te zijn.

Een ander terugkerend feestnummer betreft het volstrekt ongeloofwaardige en wankele verhaal over het aantal sociale woningen in Rotterdam. Zeegers houdt vol dat 58,1 procent van de Rotterdamse woningvoorraad sociaal is. Maar helaas. Ook dat is discutabel. Want zij rekent zich ten onrechte rijk door 40.000 woningen van huisjesmelkers en andere respectabele particuliere verhuurders mee te tellen in de categorie sociaal. De bewering van de wethouder dat er 40.000 particuliere woningen met huren onder de 763 euro in Rotterdam staan, is gebaseerd op lachwekkende steekproefjes en fantasierijke modelschattingen. Kortom, op drijfzand.

Deze tot vervelens toe gebruikte rekentruc lijkt gelukkig zijn langste tijd te hebben gehad. Dat komt omdat Leefbaar Rotterdam het inmiddels ook beter vindt om het onroerend goed van particuliere huisbazen niet langer mee te rekenen bij de sociale voorraad. Een motie van 50Plus Rotterdam om de rekentruc af te schaffen zal volgende week donderdag in de gemeenteraad worden aangenomen, als Leefbaar tenminste niet van mening verandert.

Geachte regiowethouders, u doet er goed aan om de ontwikkelingen hierover in de gaten te houden. Het kan u van pas komen bij de onderhandelingen over het Regioakkoord. Mocht Rotterdam blijven schermen met die 58,1 procent sociaal als belangrijkste argument om u meer sociale huurwoningen te laten bouwen, dan kunt u tegengas geven. Vergeet dan ook geen wenkbrauw te fronsen dat Rotterdam tot 2030 gewoon doorgaat met het verminderen van haar sociale woningvoorraad. Met 600 per jaar.

 

 

Delen via: