Column: De vervuiler betaalt!

21 juli 2019

Als het om ons eigen nest gaat zijn wij Rotterdammers wel een heel rein volkje. Het schoonhouden van markten en straten wordt al eeuwen in onze stad geregeld door vuilnismannen, straatvegers en asmannen.

Rotterdam is een van de eerste steden die in 1876 een gemeentereiniging, de Roteb, in het leven roept om vuilnis op te halen. In 1907 wordt er zelfs een eigen Rotterdamse vuilnisbakkenwet opgesteld die voorschreef dat een vuilnisman een aangeboden emmer vuilnis mocht weigeren wanneer er geen deksel op zat. Dit leidde in onze havenstad tot een stormloop aan dekseldiefstallen. Ook kreeg Rotterdam in 1912 een van de eerste vuilverbrandingssystemen van Nederland.

Trots Rotterdam liep dus in de vorige eeuw ver voor de troepen uit als het om het schoonhouden van onze straten ging. Hoe anders is dat nu. De hoeveelheid huisvuil groeit en bloeit in het straatbeeld. Al jaren is het een doorn in het oog van vele Rotterdammers.

Bizar genoeg is sinds 1950 het huisvuil in Rotterdam verviervoudigd terwijl de afvalinzameling daarentegen alleen maar is afgenomen. In elke vernieuwingsstap vanaf het aan de deur legen van de ijzeren afvalemmers via de plastic afvalzakken en de kliko’s op de hoek van de straat, tot de gezamenlijke wijk dekkende ondergrondse restafvalcontainers, er is altijd alleen maar gekeken naar hoe zo goedkoop mogelijk op de meest doelmatige manier deze toenemende stroom afval door de Roteb afgevoerd kon worden.

De menselijke maat, het als overheid samen met de inwoners bezig zijn in het schoonhouden van onze straten is ver achter ons gelaten. Die eens zo trotse Rotterdamse inwoner voelt zich allang niet meer betrokken en verantwoordelijk voor het aanleveren van huisvuil laat staan voor het verminderen afval.

Het stadsbestuur, verblindt door bezuinigingsdrift en de enorme zucht de vuile stad te willen beheersen, begrijpt daar niets van. Nee, er moet nog verder bezuinigd worden op afvalinzameling. En de inwoner moet bestraft worden voor het gebrek aan betrokkenheid met het schoonhouden van het eigen stoepje.

Want dat is wat deze coalitie in deze voorjaarsnota precies doet; een bezuiniging van 30 miljoen euro op de reiniging van de buitenruimte en een afvalstoffenheffing verhoging van 6 %. Ondanks dat Vincent Karremans als een surrogaat VVD-wethouder er meer dan 10 tweets aan wijdde om vooral uit te leggen dat dit niet het geval is. Maar de realiteit is dat deze hippe coalitie kikt op het zijn van een SMART City. De weinige containers worden duur behangen met censoren zodat we met z’n allen goed beseffen dat de vuilcontainers vol zijn want dat geven de metertjes aan.

Verder wordt door dit college juist veel geld vrijgemaakt voor 50 extra handhavers die vervuilers gaan opsporen via het gaan wroeten in hun huisvuil. En tenslotte komen er dure camera’s op vuilcontainers gericht om de argeloze inwoner te straffen omdat die de zware huisvuilzak niet kwijt kunnende in de al overvolle vuilcontainer de zak natuurlijk niet weer driehoog naar boven sjouwt maar deze ernaast plaatst.

Het is kenmerkend voor deze 10 wethouders en haar 6-koppige coalitie; niet het voorkomen, niet het welbehagen van de inwoner staat voorop maar de onderdrukking, de handhaving daar wijkt alles voor. Nadat Rotterdam eerst onder het juk van ‘slopen’ ‘slopen’ ‘slopen’ gebracht is gaan we nu de Rotterdammers onderwerpen aan ‘controle’ ‘controle’ ‘controle’.

Kafka is er niets bij!

 

 

Dagblad010
Delen via: