We moeten uren leuren langs instanties!

24 augustus 2018

 

 

Geacht college,

Meneer Henk Rijnbout heeft Alzheimer, kan zelf nog wel drinken en eten maar vergeet simpelweg voedsel te nuttigen omdat hij dementerend is. Henk is ondervoed maar krijgt geen maaltijdondersteuning omdat hij nog te veel zelf zou kunnen: ‘Zolang hij zelf nog de lepel naar zijn mond kan brengen heeft hij geen recht op maaltijd ondersteuning’. Dit geval staat niet op zichzelf blijkt uit een reportage van Monitor op 8 juli jl. Vele schrijnende voorbeelden worden in de uitzending aangehaald zoals van een moeder die meerdere keren uitgedroogd is omdat haar drinken wel klaargezet wordt maar er niet op toegezien wordt dat ze ook daadwerkelijk drinkt. En waarom daar niemand op toeziet en waarom meer Rijnbout niet geholpen wordt met op tijd te gaan eten heeft alles van doen met dat niet duidelijk is wie de rekening voor die ondersteuning betaald! Wie gaat er vergoeden dat hulpbehoevende mensen geholpen worden voordat ze het loodje leggen? Mantelzorgers en wijkverpleegkundigen weten niet bij wie ze moeten aankloppen voor maaltijdondersteuning voor ouderen. Gemeenten verwijzen door naar zorgverzekeraars en de verzekeraars verwijzen op hun beurt door naar gemeenten. Kafkaiaanse praktijken dus.

Het was aanleiding voor het D66 kamerlid Vera Bergkamp om op 10 juli jl. schriftelijke vragen te stellen aan Hugo de Jonge, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. En ondertussen een goede maand na indiening van de gestelde vragen (relatief snel kijkende naar de termijnen die er in de gemeente Rotterdam staan voor de beantwoording van schriftelijke vragen) op 20 augustus jl is het antwoord van de bewindsman binnen

In de kern van de zaak komt het erop neer dat ook de minister het stuitend vindt dat de verschillende verantwoordelijkheden rond de maaltijdondersteuning niet goed bekend zijn. ‘Het mag niet zo zijn dat cliënten hierdoor tussen wal en schip terecht komen.’ Stelt de minister. Zowel de zorgverleners – verzorgenden, wijkverpleegkundigen en Wmo- consulenten en in het verlengde daarvan de zorgverzekeraars, zorgkantoren en gemeenten moeten goed op de hoogte zijn van de verschillende verantwoordelijkheden voor de maaltijdondersteuning. Dit staat ook uitgebreid beschreven op de website schrijft het Ministerie van VWS4 Tenslotte deelt de minister de mening van mevrouw Bergkamp dat de cliënt, haar of zijn ondersteunings- en zorgvraag en hoe de cliënt het best geholpen is, centraal zouden moeten staan in plaats van het wettelijke systeem.

50PLUS Rotterdam en D66 Rotterdam hebben deze reportage, de vragen van D66 (Bergkamp) en de antwoorden van de minister nauwgezet gevolgd en achten het moment aangebroken om met de antwoorden van het ministerie in de achterzak richting het college van B&W om verdere opheldering te vragen over deze schrijnende witte vlek (maar in de werkelijkheid natuurlijk een zwarte wolk) in de gezondheidszorg. Het is duidelijk dat vanuit het Rijk verwacht wordt van gemeenten dat zij het voortouw nemen. Samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars is noodzakelijk, zeker waar het onder meer kwetsbare ouderen, geestelijke gezondheidszorg en preventie betreft. Een heldere verantwoordelijkheidsverdeling ten behoeve van een goede en adequate zorg voor cliënten en een doorvertaling daarvan naar de regio’s staat daarbij centraal.

Naar aanleiding van het voorafgaande hebben 50PLUS Rotterdam en D66 Rotterdam de volgende vragen aan het college van B&W:

  1. Is het college van B&W bekend met de reportage van de Monitor ‘We moeten uren leuren langs instanties’ van 8 juli jl.?
  2. Is het college van B&W op de hoogte van de schriftelijke vragen die door D66 naar aanleiding van deze reportage gesteld zijn?
  3. Heeft het college van B&W notie genomen van de antwoorden van de minister en onderschrijft het college van B&W de antwoorden van de minister? Indien niet kan het college dan aangeven waar ze afwijken van de opvattingen van de minister?
  4. Volgens het ministerie sluiten de wettelijke kaders op elkaar aan. Er zijn situaties denkbaar dat het niet meteen duidelijk is wie waarvoor aan zet is of dat er overlap van zorg en ondersteuning plaats vindt stelt de minister. Het is op dat moment van belang de cliënt centraal te stellen en dat de betrokken partijen met het belang van de cliënt voor ogen goed met elkaar samenwerken. Kan het college van B&W aangeven of er situaties in Rotterdam zijn geweest waar het niet meteen duidelijk is geweest wie waarvoor aan zet is geweest? En zo ja kan het college dan aangeven hoe er daarin dan gehandeld is?
  5. Verstrekt de gemeente Rotterdam maaltijdondersteuning?
  6. Indien de gemeente maaltijdondersteuning verstrekt hoe vaak en hoeveel gebeurt dit?
  7. Wie verzorgt de maaltijdondersteuning?
  8. Welke kosten zijn met de maaltijdvoorziening gemoeid?
  9. Indien de gemeente geen maaltijd verstrekt kan het college dan aangeven waarom er geen maaltijd ondersteuning in de gemeente vertrekt wordt?
  10. Wat zijn de gemeentelijke criteria voor het verstrekken van maaltijdondersteuning?
  11. Is er een beslisprotocol of zijn er criteria opgesteld over wat geneeskundige zorg is en wat begeleiding in de persoonlijke levenssfeer betekent?
  12. Zijn daarover afspraken gemaakt met zorgaanbieders?
  13. Zijn er afspraken gemaakt met de zorgverzekering die de gemeente Rotterdam ondersteunt bij deze begeleiding in de persoonlijke sfeer en geneeskundige zorg?
  14. Als er geen beslisprotocol of criteria zijn, hoe worden dan besluiten genomen?
  15. Overweegt het college bij het ontbreken van een beslisprotocol of besliscriteria deze alsnog op te stellen?

 

 

1 https://demonitor.kro-ncrv.nl/artikelen/uren-leuren-langs-instanties-wie-vergoedt-dehulp-bij-eten-en-drinken
2 https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2018Z13917&did=2018D39248
3 ‘Beantwoording kamervragen over het bericht dat kwetsbare ouderen die hulp nodig hebben met eten deze pas krijgen als het te laat is’
4 https://www.informatielangdurigezorg.nl/volwassenen/maaltijdvoorziening
Delen via: