Wachtgeldregeling van Wethouders

4 augustus 2021

Geacht college,

Eind juli jl. werd vanwege het vroegtijdig opstappen van een wethouder in Epe het politieke ambt in een kwaad daglicht gezet. Voor de korte periode dat de man deel uitmaakte van het college van B en W is de gemeente Epe hem – boven op het salaris dat hij kreeg voor die korte periode dat hij wethouder was- veel wachtgeld verschuldigd.

Op de website van de VVD is aangekondigd dat de fractie van de Rotterdamse VVD de heer Vincent Karremans voordraagt als nieuwe wethouder. Als de gemeenteraad ermee instemt zal de heer Karremans per september de heer Bert Wijbenga opvolgen.

Dat betekent dat de heer Karremans formeel slechts 6,5 maand tot 8,5 maand (uitgaande dat de VVD niet net als op landelijk niveau de formatie doelbewust gaat traineren) wethouder zal zijn van het huidige college van B&W.

De uitkering na het vervullen van een politiek ambt is voor wethouders geregeld in de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa). Omdat de bepalingen zeer technisch juridisch van aard zijn is de Appa een complexe wet.

Deze bijzondere situatie waar de heer Vincent Karremans slechts gedurende een korte periode wethouder zou kunnen worden in relatie tot wat er is gebeurd in Epe brengt 50PLUS Rotterdam tot de volgende vragen aan het college van B&W:

  1. Is door het college van B&W waar de gemeente Rotterdam al zeer ruim in het jasje zit met tien wethouders overwogen om het vertrek van de heer Bert Wijbenga als wethouder op te vangen met de andere negen wethouders?
  2. Vindt het college van B&W het eigenlijk wel zinvol en een meerwaarde hebben om een nieuwe wethouder te willen installeren voor slechts de duur van een half jaar waar de inwerkperiode van een nieuwe wethouder alleen al die tijd zal vragen?
  3. Kan het college van B&W toelichten waarom ze tot de beslissing is gekomen om voor het laatste half jaar in een groot college van B&W met nog negen wethouders toch over te gaan tot voordracht van een tiende wethouder?
  4. Mocht de heer Karremans met instemming van de raad tot wethouder worden gekozen, is de heer Vincent Karremans dan voornemens om gebruik te maken van de wachtgeldregeling indien de heer Karremans niet terugkeert als wethouder na de verkiezingen van 16 maart 2022?
  5. Hoe ziet de wachtgeldregeling voor de 10 wethouders die na de verkiezingen van 16 maart 2022 niet zullen terugkeren op het ambt van wethouder eruit?
  6. Is de duur van het wethouderschap bepalend voor de hoogte van de uitkering bij vertrek van de 10 wethouders?
  7. Als de duur van het wethouderschap bepalend is voor de hoogte van de uitkering, hoe ziet de regeling er dan uit voor de 10 individuele wethouders van het college van B&W?
  8. Welke financiƫle uitkering gedurende welke termijn gaat er per wethouder door de gemeenschap uitgekeerd worden?

 

Gezien dat de heer Bert Wijbenga op 02 augustus 2021 schriftelijk kenbaar heeft gemaakt aan de gemeenteraad ontslag te nemen als wethouder van Rotterdam, met inachtneming van de wettelijke termijn van een maand.

Gezien dat op 31 augustus 2021 al de hoorzitting kandidaat wethouder gaan plaatsvinden verzoek ik het college van B&W om met spoed en ten minste voor de hoorzitting van 31 augustus bovenstaande vragen schriftelijk te beantwoorden.

 

We zien uw antwoorden graag tegemoet.

Delen via:

Er is nog geen antwoord.