Brrrrrexit

2 oktober 2018

 

 

Geacht college,

In juni 2016 werd een referendum gehouden over een Brexit. Bij een opkomst van 72,2% (33,5 miljoen stemmers) stemde bijna 52% stemden voor het verlaten van het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de Europese Unie (EU). In de analyse achteraf bleek dat het vooral de oudere Engelsen waren die zich afzetten tegen een gezamenlijk Europa. Op 29 maart 2017 werd formeel het verlaten van de EU door het VK ingediend, waarna een onderhandelingstermijn van maximaal twee jaar begon. Deze tijdsdruk is het gevolg van de maximale onderhandelingsperiode van twee jaar zoals beschreven in artikel 50 in het Verdrag betreffende de EU. Deze tijdsdruk is ingebouwd om te voorkomen dat de onderhandelingen eindeloos zouden duren.

Het is een reële optie dat er geen onderhandelingsakkoord wordt bereikt en dat er een harde Brexit komt. Dat betekent dat de Britten geen deel meer uitmaken van de Europese interne markt, waar het vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen geldt. Britse bedrijven kunnen dan niet zomaar meer toegang hebben tot de Europese markt, en omgekeerd. De handel tussen beide blokken wordt duurder door handelstarieven. Het Verenigd Koninkrijk hoeft ook geen rekening meer te houden met Europese regelgeving en rechtspraak. Het ziet er naar uit dat een harde Brexit op 29 maart volgend jaar zal leiden tot grote problemen voor iedereen die er mee te maken heeft, van Britse gepensioneerden in de EU tot Nederlandse bedrijven die exporteren naar het VK.

Ook de Europese Commissie geeft aan dat de kans dat er geen Brexit-akkoord komt toeneemt en waarschuwde dat de 27 EU-landen en het bedrijfsleven zich intensiever voor te bereiden op het vertrek van de Britten. “Zelfs als er een overeenkomst wordt bereikt, zal de EU in een totaal andere situatie verkeren.” De commissie benadrukt dat bij een no-deal Brexit c.q. een harde Brexit er geen regeling komt voor EU-burgers in VK en omgekeerd. Dit zou zelfs kunnen betekenen dat studenten uit het VK die in Rotterdam studeren hun studie noodgedwongen moeten beëindigen. Het merkwaardige daarbij is dat er daardoor meer studentenkamers beschikbaar komen. Daarnaast wordt benadrukt dat transport van goederen en diensten lastig en duur wordt. We lezen dat er bijvoorbeeld veel extra personeel nodig is voor onder andere controle en douane, nog los van de administratieve rompslomp zowel bij import- als export.

Kortom, een Brexit heeft hoe dan ook gevolgen voor de gemeente, en (een groot deel van) Rotterdammers, bedrijven en instellingen. Met nog maar zes maanden voor de boeg voordat het 29 maart 2019 is, vraagt 50PLUS Rotterdam zich af of, en zo ja in hoeverre, het college zich actief op een Brexit heeft voorbereid.

50PLUS Rotterdam heeft aan het college daarom de volgende vragen, waarbij wij graag de beantwoording gesplitst willen zien in enerzijds een harde Brexit en anderzijds een “zachte” Brexit:

  1. Hoe bereidt het college zich voor op de mogelijke gevolgen van Brexit?
  2. Kan het college aangeven welke gevolgen Rotterdam van een Brexit mag verwachten?
  3. Heeft het college een draaiboek voor het geval er een Brexit komt? Zo nee, wat is daarvan de reden en wanneer komt deze dan wel? Zo ja, bent u bereid deze informatie beschikbaar te stellen voor de gemeenteraad?
  4. Welke kansen ziet het college bij een Brexit zowel economisch als maatschappelijk voor: – Rotterdam en haar bewoners – Bedrijven en instellingen in Rotterdam – Deelnemingen van de gemeente?
  5. Welke acties heeft het college ondernomen om de kansen te benutten en welke acties gaat het college nog ondernemen?
  6. Welke risico’s/bedreigingen ziet het college bij een Brexit zowel economisch als maatschappelijk voor: – Rotterdam en haar bewoners – Bedrijven en instellingen in Rotterdam – Deelnemingen van de gemeente?
  1. Welke acties heeft het college ondernomen om de risico’s/bedreigingen te voorkomen dan wel te beperken, en welke gaat het college nog ondernemen?
  2. Wat is naar verwachting het financiële effect op de begroting in 2019, 2020 en verder bij een Brexit in 2019?
  3. Zoals aangegeven is er veel extra personeel nodig voor onder andere controle en douane; stimuleert het college werkgevers en overheid om vooral ook aan onze ouderen in de WW en bijstand te denken?
  4. Volgens het Havenbedrijf krijgen 38.000 Nederlandse bedrijven te maken met de gevolgen van de Brexit, helpt het college de Rotterdamse bedrijven zich voor te bereiden op de Brexit? Zo ja hoe? Zo nee, waarom niet?
  5. Welke wethouder is m.b.t. de Brexit coördinerend en voor de gemeenteraad aanspreekbaar m.b.t. de Rotterdamse voorbereiding en uitvoering in brede zin?

 

Delen via: