Aankondiging onafhankelijk feitenonderzoek!

11 februari 2019

 

Geachte burgemeester en college,

Op 6 februari 2019 stuurt u als college een aankondiging van een onafhankelijk feitenonderzoek na de schriftelijke verklaring die de heer Visser op 5 februari 2019 aflegt over zijn terugtreden.

Op 7 februari 2019 is er een interpellatiedebat aangevraagd door DENK en breed gesteund door veel raadsfracties over het terugtreden van de heer Visser als wethouder van dit college en de consequenties van het lekken van geheime collegedocumenten door de heer Visser.

De oppositie kan zich niet vinden in de conclusie van het college dat er vooralsnog geen aangifte gedaan wordt tegen de heer Visser voor lekken van evident geheime collegedocumenten. De oppositie heeft het te doen met de besluitvorming van het college omdat de meerderheid van de raad het collegebesluit steunt.

Met betrekking tot het onafhankelijk feitenonderzoek welke het college wil gaan opstarten heeft de oppositie op 7 februari 2019 middels een motie ‘Strikte voorwaarden onafhankelijk feitenonderzoek’ geprobeerd om nog aspecten die de oppositie van belang acht bij een onafhankelijk onderzoek in de onderzoeksvraag te krijgen. Helaas is deze motie ook met de gebruikelijke ene zetel meer van de coalitie gesneuveld.

Desalniettemin heeft de oppositie naar aanleiding van het interpellatiedebat van afgelopen donderdag 7 februari 2019 toch nog enkele schriftelijke vragen die zij graag, gezien de ernst van de zaak met spoed, van de burgemeester en het college beantwoord ziet.

Naar aanleiding van het voorgaande heeft de oppositie de volgende vragen aan de burgemeester en het college:

1. Aan het begin van het debat werd al door de PVV aan de orde gesteld of de burgemeester wel had moeten voorzitten maar dit werd direct door de burgemeester terzijde geschoven. Gedurende het interpellatiedebat werd echter pas duidelijk dat niet alleen ex-wethouder Adriaan Visser geheime collegedocumenten naar de pers had gelekt. Tevens bleek dat een coalitieraadslid zich bij de burgemeester had gemeld met een gelijksoortige melding als de ex-wethouder Visser. Dit plaatst het hele interpellatiedebat in een andere context. Aan het begin van het interpellatiedebat hadden we als raad, als college en als burgemeester beter moeten bezien hoe dit interpellatiedebat te behandelen. Kan de burgemeester nogmaals toelichten, waar de burgemeester toch zelf een sturende en betrokken rol heeft, waarom het geen beletsel is dat de burgemeester dergelijke agendapunten voorzit?

b. Had tijdens de stemmingen van de verschillende moties tijdens het interpellatiedebat ook in ieder geval het raadslid waar (voor)onderzoek naar verricht gaat worden zich niet dienen te onthouden van stemming?

c. Zijn de stemmingen over de moties en besluitvorming, met in acht neming van bovenstaande constateringen en vragen, rechtsgeldig?

2. In de tijdlijn die in de brief aan de raad met betrekking tot de aankondiging van het onafhankelijk feitenonderzoek door het college van B&W wordt aangehaald ontbreekt een heel cruciaal afhandelingsmoment. Waarom heeft de burger die in een mail melding aan de burgemeester doet dat iemand vanuit het college vertrouwelijke stukken heeft gedeeld met derden in het dossier Schiekadeblok niet direct een ontvangstbevestiging van deze melding ontvangen?

3.Waarom wordt de burger tussen 31 januari 2019, 21:02uur en 5 februari 2019, 10:49uur niet persoonlijk gehoord door de burgemeester en/of gemeentesecretaris over de door burger zo belaste melding in de hierboven aangehaalde mail? c. Heeft de burgemeester na de melding van 31 januari 2019, 2102uur en voor 2 februari 2019, het moment dat de heer Visser bij de burgemeester aangaf dat hij naar de pers had gelekt, nog contact over deze melding met de heer Visser gehad?

4. In de tijdlijn in de brief aan de raad met betrekking tot de aankondiging van het onafhankelijk feitenonderzoek door het college van B&W wordt geen melding gemaakt door de burgemeester dat hij in de driehoek van Openbaar Ministerie en Politie over de melding van de burger op 31 januari, 21:02uur heeft gesproken. Heeft de burgemeester contact gehad met het Openbaar Ministerie en/of de politie om de ontstane situatie rond de heer Visser te bespreken?

b. Zo ja waarom is dat contact niet opgenomen in de tijdlijn?

c. Zo ja wat is het advies van het Openbaar Ministerie en/of de politie met betrekking tot de ontstane situatie rond de heer Visser? d. Zo nee wat is het advies van het Openbaar Ministerie en/of de politie met betrekking tot de ontstane situatie rond de heer Visser?

e. Zijn er afspraken gemaakt nadat alles in de openbaarheid is gekomen met het Openbaar Ministerie en/of politie wanneer zij betrokken gaan worden in het traject van onderzoek naar de feiten en omstandigheden van de situatie van de heer Visser?

5. Waarom is in de tijdlijn van het feitenrelaas niet aangegeven dat een raadslid op dinsdag 5 februari 2019 erkent bij de burgemeester ook bij het lekken betrokken te zijn geweest en dat hier een onderzoek naar is gestart?

6. De heer Visser heeft direct als wethouder ontslag genomen en daarmee is er misschien een andere afhandeling aan de orde als bij mevrouw Eskes die raadslid is en geen ontslag heeft ingediend maar het resultaat van het (voor)onderzoek afwacht. De oppositie wil graag een juridische toelichting over het verschil tussen de heer Visser en mevrouw Eskes in de afhandeling van de melding door het college van B&W?

7. Zijn er notulen gemaakt van de in de raadsvergadering van 8 februari genoemde collegevergaderingen die op 5 februari hebben plaatsgevonden? Zo ja, worden deze ter beschikking gesteld voor het door het college aangekondigde onderzoek?

Wij zien uw antwoorden graag binnen een week tegemoet.

Hoogachtend,

50PLUS Rotterdam, Partij voor de Dieren, Leefbaar Rotterdam, DENK,  SP,  NIDA,  PVV

Delen via:

Er is nog geen antwoord.