Broze Bedoelingen: MOTIE 39 8.400 sociale woningen voor ouderen bouwen

30 september 2021

De gemeenteraad van Rotterdam in vergadering bijeen op 30 september 2021 ter bespreking van het agendapunt het rapport van de Rekenkamer Rotterdam ‘Broze bedoelingen: ex ante onderzoek naar effecten ouderenbeleid’, alsmede het voorstel van het presidium met betrekking tot de conclusies en aanbevelingen uit dit rapport,

Constaterende dat:

 

  • In de pijler ‘Wonen en woonomgeving’ het college de ambitie heeft dat iedere Rotterdammer in zijn eigen wijk oud kan worden. Daarbij moet er voldoende aanbod zijn van geschikte woningen, waaronder tussenvoorzieningen waar wonen gecombineerd kan worden met welzijn en zorg. Ook de woonomgeving moet geschikt zijn voor ouderen;
  • Het college via vijf actielijnen (‘Voldoende geschikte woningen in de gebieden’, ‘Realiseren van nieuwe woonzorgconcepten’, Stimuleren van bewustwording en voorsorteren op toekomstige woonwens’, Vitale woongemeenschappen in seniorencomplexen’, ‘Toegankelijke buitenruimte’) de ambitie dat iedere Rotterdammer in zijn eigen wijk oud kan worden, gerealiseerd wordt;
  • Het college in de actielijn ‘Voldoende geschikte woningen in de gebieden’ stelt dat ouderen zo lang mogelijk in hun eigen wijk willen blijven wonen en daar ook actief mee willen blijven doen;
  • Het college in de actielijn ‘Voldoende geschikte woningen in gebieden’ als eerste maatregel in het addendum Woonvisie 2030 en in het Langer Thuis Akkoord 2019-2025 de afspraak heeft gemaakt dat er tot 2030 er 8.400 woningen gebouwd worden in het sociale segment, waarvan de meerderheid geschikt is voor of gericht is op ouderen. Zo wordt vastgelegd welke projecten en plannen en gebiedsgerichte afspraken er binnen de urgente gebieden voor de periode 2025 er gaan plaatsvinden.

 

Overwegende dat:

 

  • De rekenkamer in haar rapport ‘Broze Bedoelingen’ constateert dat de maatregel van het college 8.400 woningen in het sociale segment bouwen door het college daadwerkelijk niet concreet gemaakt wordt hoeveel woningen voor ouderen bestemd zijn;
  • De rekenkamer in haar rapport ‘Broze Bedoelingen’ constateert het college blijft vasthouden aan het gegeven dat er voldoende woningen voor ouderen in het sociale segment zijn en dat er daarom geen targets verder nodig zijn;
  • De rekenkamer in haar rapport ‘Broze Bedoelingen’ constateert dat de maatregel in het langer thuisakkoord dat de meerderheid van de 8.400 woningen geschikt worden voor of gericht op ouderen niet gegarandeerd is omdat het college deze maatregel niet heeft vastgelegd voor de ouderen en deze woningen door andere doelgroepen worden ingenomen;
  • De rekenkamer in haar rapport ‘Broze Bedoelingen’ constateert dat de nieuwbouw van woningen in het sociale segment beperkt zich vooral tot acht gebieden, terwijl er ook in ander gebieden onvoldoende voor ouderen geschikte woningen zijn;
  • De rekenkamer in haar rapport ‘Broze Bedoelingen’ constateert dat het college niet kiest om ouderen voorrang te geven op de woningmarkt;
  • De rekenkamer in haar rapport ‘Broze Bedoelingen’ constateert dat het college onvoldoende rekening houdt met de betaalbaarheid van de woningen voor ouderen met een laag inkomen, en met de behoeften van oudere migranten.

 

Draagt het college op:

 

  • Voorrang te geven aan het bouwen van 8.400 betaalbare woningen in het sociale segment voor ouderen;
  • Het inzicht en behoeften vanuit het perspectief van de leefwereld van ouderen te vergroten door:
    • Per gebied te onderzoeken wat de behoeften zijn van de ouderen die er wonen. Betrek bij dit onderzoek nadrukkelijk de ouderen die er zelf wonen.
    • In het behoeftenonderzoek ook moeilijker bereikbare groepen te betrekken, zoals ouderen met een migratieachtergrond, zodat meer inzicht kan worden bereikt in hun behoeften op het gebied van wonen, woonomgeving, welzijn en zorg en dienstverlening.
  • Vast te stellen aan welke eisen de woningvoorraad, woonomgeving, welzijnsvoorzieningen en zorg- en dienstverlening in Rotterdam moeten voldoen voor ouderen. Betrek hierbij de richtlijnen van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO);
  • Met woningcorporaties en/of andere externe partijen harde prestatieafspraken te maken (aantallen, type en locatie) over te realiseren van woningen in het sociale segment voor ouderen en tussenvoorzieningen in alle gebieden van de stad.

 

En gaat over tot de orde van de dag

Delen via: