Column: Na 45 dagen is het tijd dat het stadhuis weer in actie komt

25 augustus 2021

Ik heb Johan Derksen wel eens horen zeggen dat hij in zijn periode als hoofdredacteur van Voetbal International eigenlijk de pest in had wanneer zijn journalisten om vakantie vroegen. Laat staan dat ze een pappadag claimden. Want dan ging hij helemaal op tilt.

Ik ben niet persé een grote fan van Derksen maar op dit punt snap ik hem als geen ander. Dat arbeid adelt is er bij de babyboomers met de paplepel ingegoten en Derksen en ik zijn daar er twee van.

Die eerste naoorlogse generatie sloeg vanaf hun eerste baan de hand aan de ploeg. Ledigheid is des duivels oorkussen was het motto in de wederopbouwperiode. Toch moesten wij onder invloed van de hoogconjunctuur van de jaren zeventig geleidelijk aan ook gaan wennen aan de verworven rechten op de arbeidsmarkt. Voor sommige fysieke beroepen was dat uiteraard hard nodig, voor andere vele malen minder. Gelijkwaardigheid hoeft tenslotte niet overal een succesnummer te zijn. Het is de voortdurende strijd die wij als ouderenpartij ook stevig voeren voor onze 65-jarigen; de AOW is geen cadeautje van de overheid maar een basispensioen waar mensen na een zwaar werkzaam leven gewoon recht op hebben.

En u allen ervaart nu dagelijks hoe het is gegaan met onze arbeidsduur: wettelijke vakanties werden lange vakanties en vooral ook meerdere vakanties per jaar, er kwamen bovenwettelijke vakanties bij en we kregen pappadagen, zwangerschapsverloven en andere soepele bedrijfsarrangementen.

Als raadslid val ik helemaal in de prijzen. Het is alleen ‘s zomers al 45 dagen feest. Maar daar hik ik zwaar tegen aan. Het laatste officiële samenzijn van de Rotterdamse raadsleden was op 15 juli en we komen pas weer bijeen als op 31 augustus kandidaat-wethouder Vincent Karremans ongetwijfeld blijmoedig komt uitleggen waarom Rotterdam tot aan de gemeenteraadsverkiezingen van half maart 2022 persé op de exceptionele sterkte van tien wethouders moet blijven. En ook wie dat bepaalt.

Het had een stad als Rotterdam trouwens gesierd wanneer de taken van de vertrekkende wethouder Wijbenga voor dat half jaartje verdeeld waren ondergebracht bij de andere negen, maar dit terzijde.

Ik hunker overigens wel naar de uitleg. Maar vooral omdat het na 45 dagen tijd wordt dat er weer wat actie komt in de lokale arena. Het stadhuis was zó stil, daar kon je een kanon afschieten. En dat weet ik omdat ik er wel was. Dat is het lot van een kleine partij. Er is altijd werk aan de winkel. Maar je moet het wel zien, je moet het ook beet willen pakken en je moet je vooral niet ergeren als je ziet dat andere stadsvertegenwoordigers hun hoedje hebben opgezet en 45 dagen niets of nauwelijks van zich laten horen.

Helaas erger ik me wel. Want ik weet na drie jaar vergaderen ook dat de rest van het jaar de vergaderagenda’s weer overspannen vol zitten met alle gevolgen van dien voor de zorgvuldige besluitvorming. Maar dat zal vooral de coalitie een zorg zijn want die besluitvorming ligt natuurlijk met hun 23 zetels toch al vast.

Delen via: