Column: De achterbakse praktijken van het stadsbestuur

15 juli 2020

Met een minimale één stem meer dan de oppositie claimt de gelegenheidscoalitie in Rotterdam al het geld ter uitvoering van hun ideeën. Het gaat in hun laatste jaar potverteren: 500 miljoen IFR en nog eens 1,4 miljard aan Eneco-gelden.

We hebben geprobeerd het van de agenda af te krijgen, maar uiteraard wisten we dat hun voorstel toch behandeld zou worden. De coalitie laat een voorstel over vergaard bezit uit het verleden en wat bedoeld is voor toekomstige Rotterdammers natuurlijk nooit aan de raad over.

In een eerder aangenomen motie van Vreugdenhil (Leefbaar) – eind vorig jaar – werd bepaald dat naar het investeringsfonds moest worden gekeken door de gehele raad. Het liefst wilden we expertmeetings, inbreng van deskundigen, het toetsen aan voorbeelden, voordat het allemaal afgetikt zou worden.

Ook moest met een zeer ruime meerderheid (zeker rond de 30 à 35 raadszetels) het uiteindelijke nieuwe ontwerp van het IFR worden ondersteund. Deze investeringsstrategie en vergaarde gelden overstijgen namelijk het coalitiebelang en gaat ook over hoe om te gaan met de toekomst van alle Rotterdammers.

Maar wat er is van terecht gekomen? Eén technische sessie. Met in de slipstream van de verkoop van Eneco ook nog wat losse woorden. Maar niets onderbouwd. Niks uitgewerkt. Met als meest sneakygedrag van dit stadsbestuur: wel een voorjaarsbrief toesturen en op de laatste 1,5 bladzijde ineens deze investeringsstrategie erin verwerken. Maar niet die twee besluiten erbij aanleveren. Die stonden heel stiekem apart op de allerlaatste commissievergadering van MPOF bij de besluitvorming geagendeerd.

Dat zijn dus ronduit achterbakse praktijken.

Alleen al in de voorjaarsbrief wordt er vervolgens klakkeloos gesproken over 7 stadsprojecten (€233 miljoen), over een bouwopgave (€260 miljoen). Nieuwe investeringen via deze van groei tot bloei-optie van minimaal €100 miljoen en extra investeren in mislukte vastgoedactiviteiten zoals Boymans en een nieuw stadion kunnen ook nog even makkelijk akkoord bevonden worden.

Hoe het exact zit gaat het college in deze voorjaarsbrief natuurlijk niet bekend maken, want het weet amper wat de coronacrisis nog wel niet voor kosten met zich mee gaat brengen. Onzekerheid op onzekerheid op onzekerheid wordt er gestapeld.

Op de vraag aan het stadsbestuur om ook een financieel overzicht aan dat enorme wensdenken van deze 9 tellende nietszeggende voorjaarsbrief te hangen kreeg de oppositie nul op het rekest.

Het weerstandsvermogen zakt ver beneden 1,00 tot 0,83, maar dat is deze beleidsperiode allemaal goedgekeurd door dit college. We zitten in de rode zone, dus tijd om alle alarmbellen te laten rinkelen. Maar nee de niet begrote financiële tegenvallers in 2020 en 2021 mag het volgende college voor haar rekening gaan nemen.

De coronacrisis heeft ons tot nu toe €53 miljoen gekost, maar het college heeft geen flauw benul wat dit betekent tot het einde van het jaar. Megalomane plannen kunnen ze wel bedenken, maar de €53 miljoen coronakosten kunnen ze niet extrapoleren tot het einde van het jaar.

Kortom, vandaag zagen we het ware gezicht van de Rotterdamse coalitie. Een coalitie die de pot verteert. Een coalitie die lak heeft aan de financiële sores waarin vele Rotterdammers na deze coronacrisis nog eens extra in terecht komen. Een coalitie die alleen maar bezig is met de eigen speeltjes en die met één zetel meer heel Rotterdam gijzelt.

Dit is een coalitie die een blamage is voor Rotterdam en haar inwoners.

 

 

 

Dagblad010
Delen via: