Woningcorporaties dragen niet financieel bij aan het opknappen van huizen die in het bezit zijn van particulieren

4 juli 2019

Voorzitter,

In december 2018 kwam de raad via een interpellatiedebat erachter dat wethouder Kurvers een geschil had met de wooncorporaties over de bijdrage particuliere woonvoorraad. In de prestatieafspraken 2019 wilde de wethouder afspraken maken met de wooncorporaties dat zij financieel zouden bijdragen aan het herstructureren en/of opruimen van de particuliere woonvoorraad. De wooncorporaties weigerde dit en een geschil was geboren.

Op 11 april 2019 staat de vaststelling van het werkprogramma NPRZ wonen 2019-2022 op de raadsagenda en toen heeft 50PLUS Rotterdam met steun van een aantal oppositiepartijen verzocht om behandeling door te schuiven naar het tijdstip dat door de minister in dit geschil beschikt zou zijn. Dit is door de raad toen geweigerd ondanks dat het college in het werkprogramma al een voorschot nam op een financiële bijdrage van de wooncorporaties ten behoeve van de herstructurering van de particuliere woonvoorraad op Rotterdam Zuid.

Op 16 mei 2019 is door 50PLUS Rotterdam bij de vaststelling van het addendum op de woonvisie 2030 wederom aangehaald dat het college zich waarschijnlijk ten onrechte rijk rekende aan de financiële bijdrage van wooncorporaties bij de herstructurering van de particuliere woonvoorraad.

En eindelijk op 21 mei kwam de minister met het verlossende woord; Wooncorporaties kunnen niet worden gedwongen om investeringen onder elke conditie te doen. In de Woningwet is geen sprake van een hiërarchische verhouding in de lokale driehoek van gemeente, corporatie en huurdersorganisaties.

De sociale en fysieke aanpak is onderdeel van de Rotterdamse Woonvisie en het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. In dat kader verlangde de gemeente van Woonbron een extra investering van 10 miljoen euro voor de sloop en herontwikkelingen van particuliere woningen.

Maar niet alleen het NPRZ-werkprogramma gaat hier gevolgen van ondervinden.

Het college heeft ook in de aanpassing van de woonvisie 2030 en in de regiodeals die ten grondslag liggen aan het addendum van de woonvisie 2030 al voorgesorteerd op het feit dat de wooncorporaties binnen de grenzen van de Woningwet zouden moeten bijdragen aan wijkherstructurering, inclusief het opkopen van particulier bezit en het vergroten van de diversiteit aan woningtypen in een wijk.

En wat is de stand van zeken met betrekking tot de prestatieafspraken die de wethouder aan het maken is voor de komende 2 jaar met alle wooncorporaties?

Conclusie, voorzitter, is dat er door het voorbarige handelen van de wethouder de eerder vastgestelde beleidsdocumenten misschien toch in een andere context komen te staan.

De wethouder die zegt dat de komende 3 jaar er niets aan de hand is en er geen gevolgen zijn vindt 50PLUS Rotterdam nogal kort door de bocht. Zegt de wethouder nu, zolang als ik er zit lukt het wel en na mij de zondvloed?

Vandaar dat 50PLUS Rotterdam de gevolgen van deze uitspraak van de minister kwalitatief als ook kwantitatief inzichtelijk gemaakt wil zien.

Hiervoor dient 50PLUS Rotterdam een motie in.

 

Tot zover voorzitter

 

 

Delen via: