Dries Mosch, kandidaat plek 21.
Presentatie van jezelf is niet het makkelijkste wat ik me kan bedenken en dat kan ik niet in 3 zinnen doen.
Er is zelfs een boek over mijn leven en politieke loopbaan geschreven: ‘Rotterdam Stad van twee snelheden’ – Mark Hoogstad journalist NRC en later AD. Aanrader voor elk beginnend gemeenteraadslid!
Lees hieronder mijn volledige bio.
Maar goed, ik moet ergens beginnen en dat is bij de geboorte. Ik ben geboren 21 september 1948 als Andries Simon Mosch. Daarna gewoon Dries Mosch. Dat was vlak na de tweede wereldoorlog en Rotterdam was bezig met de wederopbouwing, en dat was best een leuke tijd met veel buitenruimte (daar hadden de Duitsers wel voor gezorgd.) Ik heb een leuke jeugd gehad, wel armoede maar geen honger. Mijn scholing was: lagere school, technische school. Daarna gaan werken bij v. Nelle in de drukkerij met een avondschool. Dat deed je in die tijd na je werk, we gingen wel naar de SVWJ ( School Voor Werkende Jongeren) Daar was de bekende Koos Postuma nog leraar en kregen wij maatschappijleer, voor de rest was het sporten en discussiëren over wereld om ons heen.
Ik heb ook nog een tijdje gevaren op de grote vaart. Eerst als bediende algemene dienst, daarna als handlanger ( tremmer ) daarna, stoker-olieman ook ondanks de tijd die ik in Vietnam 1967 – 1968 heb door gebracht, een fijne tijd. Maar goed als ik zo door gaat, word het een boek, dus ga ik weer door met wat er daarna mij allemaal overkwam. Het was vroeger makkelijk om aan werk komen. Ik heb de tijd van de Koppelbazen meegemaakt. Je ging om 6.00 uur in de morgen naar het Centraal Station en werd daar door busjes opgehaald om te werken. Dat was elke dag ander werk in een andere omgeving zoals sjorren in de haven ( het vastzettenten van lading op schepen) Swiepen ( het opruimen en schoonmaken van ruimen) Dan weer laden en lossen van schepen. Het schoon maken van Tankers was niet zo populair en ongezond maar verdiende wel goed. Dus ook dat heb ik in de Rotterdamse haven gedaan. Daarna ben ik glazenwasser geworden en deed ik in de weekenden de horeca als kelner of als portier.
Ik heb altijd gewerkt en als er geen werk was gingen we oude kranten ophalen. Je moest in die jaren wel voor jezelf zorgen en creatief zijn. Ik kocht mijn eerste pandje in de zeventigen jaren en daar zat een tweedehands autobandenbedrijf in en dat heb ik maar voortgezet, hoewel ik er geen sikkepit verstand van had, gewoon aanpakken en dan lukt het altijd. Ik kocht op autosloperijen de nog goede en redelijke autobanden, maakten deze schoon en schilderde ze met schoolborden verf zwart en verkocht ze weer. Heb wel even tussendoor een cursus autobanden gedaan. Ik haalde ook de licht metalen velgen van de autosloperijen, maakte ze schoon en ik maakte winst. Dat was in de tijd dat de Lada populair was en die werden geïmporteerd uit Rusland met Russische banden. Die gingen eraf en werden er westerse autobanden op gedaan, dus kocht ik die Russische banden en verkocht die weer aan mijn socialistische vrienden. Stuiterdozen noemde ik deze autobanden maar onder de Opels en Fordjes werkten ze goed.
Ook hier kwam een eind aan, de lada’s kwamen met Europese banden binnen en dat gaf een tik aan mijn handel maar nooit bij de pakken neerzitten. Ik had alle rijbewijzen en ik had al als vrachtwagenchauffeur gewerkt, dus aan de slag bij de Mebin, op een betonmortelwagen. Dat duurde twee jaar maar de ondernemer in mij liet mij niet met rust. Ik had als hobby oude kasten opknappen en verkopen en dat werd ook steeds drukker en de winkel had ik ook nog dus ben ik in het antiek gegaan. Nou antiek, het was oude rampenzooi en met een beetje ramponeren werd het nog wel eens wat. De zwarte markt in Beverwijk was de uitkomst, je verkocht daar de duvel en z;n ouwe moer. Dus ook die rampenzooi van mij. Ook dit kreeg een einde, de mensen kregen door dat nieuwe stoelen lekkerder zaten dan de oude. Toen maar een verlopen Snackbar gekocht, die weer rendabel gemaakt, de tweede en de derde patattenfrietwinkel gekocht en ook dat ging lopen. Weer verkocht maar de beste gehouden. Ik was in de veertig en ik wilde stoppen met werken maar na twee maanden kwam ik er achter dat werken in mijn genen zat. Dus een loodgieterbedrijf overgenomen en maar weer begonnen.
Ik heb ook nog het rijbewijs toerisme op Saba gedaan. Daar gingen mensen naartoe omdat je daar je rijbewijs kon halen in een kortere tijd dan in Nederland, om kon wisselen naar een Nederlands rijbewijs. Ik heb dat met veel plezier gedaan en sommige mensen beweren dat het gevaarlijk was, toen heeft de overheid het verboden en is het nu alleen weggelegd voor mensen die een half jaar op de Antillen wonen. Ik heb in Nederland met rijscholen samengewerkt die de mensen een volledige opleiding gaven, als de rijschoolhouder zijn goedkeuring gaf dan gingen ze naar Saba. Trouwens, wel het mooiste eiland van de Cariben. Zo heb ik ook de vaarbewijzen in Engeland gedaan.
Toen kwam de politiek. Eerst leefbaar Nederland met Leefbaar Rotterdam, Ja! Toen Pim Fortuyn! Ik en velen met mij hadden in de gaten dat dit land en mijn stad naar de kloten ging en dat sta ik niet toe, niet dat ik nou zo belangrijk ben maar er ging een andere wind waaien en dat werd een storm en had een orkaan moeten worden met Pim Fortuyn. Tot die ene krankzinnige, gevoed door een paar oude idioten regenten er een einde aan maakte.
Toen Pim Fortuyn werd vermoord kwam ik voor hem in de Rotterdamse Gemeenteraad. Ik moest Pim opvolgen, kan je dat voorstellen. Ik toen niet, maar ik wilde wel wat doen en ging toch de raad in. Ik ben nooit op zijn stoel gaan zitten en wilde ook niet dat daar een ander op ging zitten dus stelde ik voor als er geen stoel meer over is ik wel visstoeltje mee zou nemen, dat was niet nodig (Pim zijn stoel is de volledige raadsperiode niet bezet geweest).
Nou daar zat ik dan, wist van toeten nog blazen maar enthousiast en leergierig als ik ben, ging ik er tegenaan op mijn eigen manier. Ik kwam er snel achter dat ze je bezig wilde houden met papieren onzin soms ook wel eens geen onzin. Ik ging dan ook heel snel mijn eigen gang en zocht de mensen op om niet in een papieren werkelijkheid te raken. De PvdA had deze stad veel aangedaan en onder de noemer sociaal de hoofdletter A waren ze vergeten ervoor te zetten. Ze gingen veel voor Kunst en cultuur en banen voor vrindjes creëren onder de noemer subsidie. Er ging in die tijd 22 miljard Euro om in de subsidie in Nederland. Dat is €.22.000.000,00. En waar ging dat naar toe. Ik kan u zeggen dat het meeste naar salarissen van onze socialistische vriendjes en vriendinnen ging. Ik heb er een hoop aan de kaak gesteld maar daar is niet doorheen te boren en nu helemaal niet. Een paar voorbeelden kan ik u wel noemen en die ga ook benoemen zoals de fraude bij de scholengemeenschap BOOR! De fraude en samenwerking tussen de Amsterdamse maffia en de gemeente Rotterdam aankoop Agragon gebouw! De fraudes en duistere schimmige BV’s Nighttown. De WOM (Wijk Ontwikkeling Maatschappij) hun grootste ontwikkeling was hun eigen kontzak!
Ik heb ze nu één voor één aangepakt. Salarissen bekent gemaakt van de bestuurders van gesubsidieerde instellingen.
Ik heb vele misstanden aan de kaak gesteld en stevig benoemt, daar zeker geen vrienden mee gemaakt en dat heb ik gemerkt ook. Maar ze doen maar, ik hou mijn mond niet en eigenlijk ben ik ook nog lang niet klaar.
In deze tijd van teruggang en de komende inflatie is het toch van de gekke dat een slaapplaats van een dakloze € 25.000,00 kost zijn dagopvang € 15.000,00 en dat je in een bejaardenhuis je eigen WC papier moet kopen.
Kortom, Ik heb 18 jaar in de gemeenteraad van Rotterdam gewerkt!